Met de lente die er staat aan te komen, begint er buiten in de natuur ook terug meer leven te komen. De vogeltjes gaan terug meer fluiten en sommigen zijn nu al bezig met de planning van hun nest. Vele vogels kunnen zelf een nest bouwen in bomen, struiken of aan gebouwen. Maar we kunnen de vogels ook een handje helpen door hen te voorzien van nestkasten. Voor de kleinere soorten zoals alle meesvarianten of mussen is een klein kastje op minder dan 2m hoogte voldoende. Voor grote soorten zoals de bosuil of slechtvalk zijn veel grotere kasten nodig en moeten deze op een hoogte van 6m of meer gehangen worden.
Het ophangen van deze zware kasten is geen eenvoudige job die door iedereen kan gedaan worden. Het is belangrijk om eerst een goede locatie te vinden. De meeste roofvogels hebben liefst hun nest op een veilige hoogte voor andere dieren. In de praktijk is boven de 6m meestal voldoende. De kast kijkt het liefst uit over een open terrein. Het is belangrijk dat de aanvliegroute ook vrij is, en dat er geen takken in de weg zitten. Bijna alle vogels verkiezen hun opening richting het zuid-oosten. Op die manier profiteren ze in de ochtend van de extra warmte, maar wordt het niet te onaangenaam warm overdag.
In dit geval hebben we een bosuilkast en een slechtvalkkast opgehangen, beide op een hoogte van ongeveer 10m. Een ladder is voor deze hoogtes niet toereikend, daarom maken we gebruik van klimtechnieken. Voor deze hogere installaties starten we altijd met het werpzakje en touwtje om zo onze klimtouw in de boom te installeren. Als ons klimtouw goed geïnstalleerd is, klimmen we met behulp van het touw en de nodige technieken de boom in. Zodra we op de gewenste plaats boven zijn aangekomen, installeren we een tweede touw met takel en teruglooprem om de nestkast naar boven te takelen. Een tweede persoon die helpt vanop de grond is hier zeer aangewezen.
Voor de bevestiging in de boom kan er gekozen worden voor spanbanden of vijzen. Het is belangrijk dat de kast stevig vast hangt en dat dit ook jaren zo blijft. De optie met spanbanden lijkt in eerste instantie meer boomvriendelijk, maar dat is niet altijd zo. De spanbanden moeten in dit geval mee rekken of jaarlijks aangepast worden. Anders bestaat het risico dat deze banden de sapstroom gaan afknellen en ingroeien in de stam. De optie met vijzen is meestal eenvoudiger, vooral op lange termijn. Een langere vijs zal trouwens ook niet meer schade aanrichtingen in de boom dan een korte vijs. Het is vooral de diameter of breedte van de gaatjes die we maken net onder de schors dat het meeste impact hebben op de boom. Gezien de vijzen sowieso een zeer beperkte diameter hebben in verhouding met de stamomtrek is dit geen probleem.
Als laatste kan je best ook al wat nestmateriaal zoals kleine takjes aanbrengen in de kast. De meeste roofvogels doen dit niet zelf. In september als de nesten niet meer in gebruik zijn moet je dan een routine controle uitvoeren en het nestmateriaal vervangen. Het beste is om dan de kast ook even uit te kuisen met warm water. Na het aanbrengen van nieuw nestmateriaal is de kast terug klaar voor het volgende seizoen.
De nestkasten kan je ofwel kant en klaar kopen of zelf in elkaar knutselen met overschotjes van hout.
Meer info voor de bouw van nestkastjes voor tuinvogels kan je hier vinden:
https://www.natuurpunt.be/pagina/nestkastje-voor-tuinvogels
Bouwplannen voor zowel tuin- als roofvogels kan je hier vinden:
Voor info of verdere vragen kan je steeds contact opnemen met ons.